Extra tips klassieke route

  • frederik7028

    Dag iedereen,

    begin juli trekken we voor 3 weken met een pickup + daktent door Namibië. Het is de eerste keer dus de klassieke route Windhoek-Fish River-Lüderitz-Sesriem-Swakopmund-Spitzkoppe-Etosha-Windhoek leek ons een logische keuze. De highlights zijn ondertussen bekend, de nodige campings in Sussusvlei en Etosha zijn geboekt en het weekendje Frankfurt voor onze taxibestuurders (lees: ouders) is geregeld ;-)

    Zijn er langs deze route bezienswaardigheden die niet in alle reisgidsen staan maar wel de moeite zijn om te bezoeken? Ik denk aan bepaalde wandelingen, alternatieve wegen, leuke campings,… alle tips zijn welkom.

    Wij komen kort voor de middag aan in Windhoek en halen dan ineens de auto op. Nat wat uitleg en shoppen schat ik dat we rond 14-15u op weg kunnen, is dit reëel? Kennen jullie een leuke camping ten zuiden van Windhoek voor een eerste, rustige nacht?

    Bedankt,

    Frederik

  • Dave

    Kan je het lake oanob resort aanbevelen.Net voor Rehoboth,100km. zuid van Windhoek.

    Is een uurtje rijden,moet je redden voor het donker wordt.

  • reismeisje

    Hallo Frederik,

    Ik ben zelf vorig jaar in Namibie geweest en ongeveer dezelfde route, maar dan in pensions/hutjes.

    Wat ik niet zou overslaan is even een bezoekje aan de wilde paarden in Aus (in de buurt van Luderitz).

    Je kunt naar een speciaal uitkijkpunt bij een drinkplaats rijden. Er is verder niks of niemand bij, maar leuk om even te kijken. Luderitz zelf vond ik niet zo bijzonder.

    Kolmanskop (spookstadje) wat vlakbij Luderitz ligt is ook leuk. Wij hebben hier overnacht: www.tirool.com, je kunt hier ook kamperen. Ligt compleet in the middle of nowhere.

    Vanuit daar een dagtripje wilde paarden, kolmanskop, luderitz gedaan. Die accommodatie ligt op weg naar Helmeringhausen, wat ook meteen richting Sesriem is.

    Je zou na Swakopmund ook naar Twyfelfontein kunnen gaan, ook een van de hoogtepunten. En dan tussendoor even stoppen bij Cape Cross, de zeehondenkolonie, is leuk om te zien. Ligt geloof ik ongeveer 1,5 a 2 uur uur vanaf Swakopmund.

    En tussen Etosha en Windhoek hebben we hier overnacht www.omatozu.com. Een mooi plekje, je kunt er ook kamperen, maar wij zaten in een kant en klare tent.

    Vanaf hier ben je in ongeveer 2 uurtjes op het vliegveld van Windhoek.

    Succes met de voorbereidingen!

  • TjitskeWJ

    In Mariental zit de Anib Lodge met camping. Drie kampeerplekken op geruime afstand van elkaar, en op 5/10 minuten lopen van de lodge. Dus je waant je alleen aan de rand van de Kalahari-woestijn. Per plaats een klein stenen onderkomen met water, toilet en electra. Zondsondergang is een juweeltje. Bij de lodge zit een restaurant.

    Na Mariental via Stampriet, Gochas en Wegdraai (!) naar Keetmanshoop (C 15 en M 30). Je rijdt vlak voor Keetmanshoop door het Giant`s Playground.

    En dan natuurlijk het boek Solitaire van Tom vd. Lee lezen en tussen Sesriem en Swakupmund appeltaart eten bij Moos. Je hoeft voor de rest van de dag niet meer te eten!

    Wij reisden in 2011 ook in juni met een daktent en we hebben het `s nachts erg koud gehad. Kruiken (en klein waterkokertje) mee dus. Bij het autoverhuurbedrijf kregen we op verzoek een extra dekbed mee.

    groet, Tjitske

  • amanda1

    Wij zijn nu in Namibië. Naast onze eigen slaapzakken hebben we elk een dekbed vd autoverhuurder. We hebben er ook 1 extra gevraagd voor het geval dat. Tot nu toe nog niet nodig. Hebben ook een kruik mee.

    Vandaag hebben we een dagtocht gemaakt vanaf Walvisbaai, de Marine Dune day. Echt een aanrader! !!

    Je moet dan dus wel 2 nachten in Swakopmund blijven. Wij vinden Walvisbaai leuker en authentieker dan Swakopmund. Heerlijk gegeten bij de Raft in Walvisbaai, aan een pier op het water.

    Groeten

    Amanda

  • printen

    Walvisbaai en Swakopmund zijn totaal verschillende steden of dorpen, wat je ze ook wilt noemen.

    Walvisbaai was jarenlang onderdeel van Zuid-Afrika. Al in de Duitse tijd. Het was een natuurlijke haven en de grootste industrie was de visvangst.

    Swakopmund was de haven van de Duitsers. Het was geen natuurlijke haven en daarom werd de “Molen” gebouwd. Nadat Zuid-Afrika in 1918 het beheer over Duits Zuid-West-Afrika had gekregen, werd Walvisbaai, Zuid-Afrikaans grondbezit, de haven en werd de visindustrie uitgebreid. In die tijd waren er zeven visverwerkingsfabrieken en heel wat vistrawlers, waaronder vistrawlers van de familie Tuit, oorspronkelijk uit Scheveningen en de familie van Urk, oorspronkelijk uit Urk.

    Swakopmund werd een badplaats, waar vooral bejaarde Duitsers woonden. Het was in de vijftig en zestiger jaren een “Duitse” stad. In die tijd kwam ik daar vaak om te voetballen tegen Swakopmund F.C. en tegen Atlantis in Walvisbaai.

    Walvisbaai was een industrie dorp met al voornaamste industrie de visverwerking en de haven. Swakomund was een slaperig , Duits aandoend dorp, die in december en januari druk bezocht werd. In de weekeinde was het een uitvalbasis voor de hengelaars uit Windhoek. Zo is Wlotska Baken en Hentiesbaai ontstaan.

    Nadat de de Rossingmijn op poten werd gezet en het een industrie werd, bloeide Swakopmund op. Het is nu een bloeiende stad, waar alleen in het centrum de Duitse invloed nog goed merkbaar is. Als je tijd heb, bezoek het museum bij de “molen”. Daar zal je de geschiedenis van Swakokmund zien en merken dat Walvisbaai maar een saaie stad was met weinig geschiedenis.

    Even buiten Swakopmund staat “Maarten Luther”. Vroeger stond die in weer en wind, maar nu staat hij in een museum. Wel op de plek waar hij vastliep. “Maarten Luther” was een stoomtractor die een tocht naar Windhoek zou maken. Helaas strande hij een paar kilometer buiten Swakopmund in het woestijnzand. Men liet de tractor zo staan. Vandaar de naam 'Maarten Luther“ ”Hier sta ik en kan niet verder".

    Vanuit Swakopmund zijn er trips naar het “maanlandschap” en de Welwitchia's. Je kunt, als je een 4x4 wagen hebt, via de droge bedding van de Swakoprivier terug rijden.

    Diegene die van spectaculaire wegen houdt. Er is een weg tussen Walvisbaai en Windhoek die door de Khomas Hochlandgebergte gaat. Een “gravelroad”, maar als je een stevige auto heb, kan je het ook goed berijden. Het is een prachtige weg met spectaculiare vergezichten. Als je vanuit Windhoek die weg naar Walvisbaai rijdt, zorg dat je bij zonsopgang de toppen van de Khomas Hochland bereikt. Een prachtige zonsopgang zie je dan over de Namib.

    Deze weg word elke jaar in december gebruikt voor de “Desert Dash”. Een fietstocht van Windhoek naar Swakopmund. Men fiets meer dan de helft van de route in de nacht. Mijn neef reed die “Desert dash” twee maal uit. Hier een YouTube filmpje over de “Desert Dash”.

    http://www.youtube.com/watch?v=JgWsdRIvFho

    Wil je echte “Kaffee und Kuchen” drinken en eten, ga dan naar “Antons” In Swakopmund. En ook in Swakopmund is “Puttensen”, die al decennia een “Konditorei” heeft.

    Heb je een 4x4, gaan dan de Rossingbergen in. 20km buiten Swakopmund. Als je goed zoekt, vindt je er mooie kwartsstenen.

    Vroeger hoefde je niet naar Etosha of Erindi om wilde dieren te zien. Wij woonde in Windhoek aan de rand van de stad aan de voet van de heuvels in Klein-Windhoek. De bavianen leefde in de heuvels en in de droge tijd kwamen ze s'nachts naar de huizen om water te zoeken. Ze wisten wel om een tuinkraan open te draaien, maar draaide die kranen niet dicht. De volgende ochtend was de tuin onder water. Ook zagen we kudu's, impala's genoeg vanuit het huis. Ook struisvogels en wilde zwijnen waren er volop in die heuvels. Als kind ging je vaak die heuvels in met vrienden en genoot je van de dieren dier daar rondliepen. Maar ja, dat was de goeie ouwe tijd, toen Windhoek 40.000 inwoners had en je bijna iedereen kende. Windhoek had toen een grote Nederlandse kolonie van emigranten, waaronder mijn ouders. Op zaterdagochtend kon je elkaar ontmoeten in de “Vereinichte Backereien”, aan de Kaiserstrasse. Een konditorei. Later werkte ik voor “Die Verenigde Pers”, die de krant “Die Suidwes-Afrikaner” uitgaf. Die drukkerij en ook die van Joh. Meindert waren gevestigd in de Bulowstrasse. Je ziet er nu niets meer van, behalve de oorspronkelijke drukkerij van Joh. Meindert.

    Wil je de geschiedenis van Windhoek lezen, koop dan het boek van Brenda Bravenboer, “Windhoek, Capital of Namibia”. Je zal verbaasd zijn hoeveel geschiedenis en vaak bloederige geschiedenis Windhoek, maar ook Namibia heeft.

    Wat mij wel verbaasd is dat vakantiegangers hele geplande vakanties in Namibia plannen, terwijl ik, als ik er kom, alleen de vliegtickets heb. Alles plan ik daar ter plekke. En ik woon verder van Namibia af dan de Nederlanders in Nederland. Ik moet uiteraard wel vermelden, dat ik veel mensen ken in Namibia, dus dat helpt dan wel.

  • Annemieke

    Nu naar Anton voor echte Duit gebak, vergeet dat maar, Anton heeft de naam, maar is super slecht, en ze hebben er zeker geen cappocino en het gebak, was&@?;)%*~?$ , service bar en boos. Nee niet de moeie waard!

    Je kan beter naar een de Village cafe gaan, super daar, heerlijk eten en gebak, super sfeer en goede service.

    Ook aan te raden om een living desert tour te maken, kan je zien hoeveel leven er is in de woestijn, super interessant.

    Ook apart zijn de Kokerbomen, net voor Mariental.

    Erg leuk. Maar wel toeristisch is een boottocht in Walvis bay.

    En ook super leuk is een ballontocht in Uis, kijk op de side van petra's guesthouse in Uis, op de route van Swakopmind, Henties bay richting De Brandberg. Ralf is de piloot. En zeker een mooie prijs in ververgelijking met baloonin in de Sossusvlei.

  • printen

    Ontbijten in Village Cafe is een “must”. Als je binnenkomt zie je een kip of haan (opgezet) aan de muur hangen. Praat je te hard, dan begint die kip te kakelen.

    Ik was anderhalf jaar gelden bij Anton' en ik vond het zeker niet slecht. Maar ja, smaken verschillen. Maar eigenlijk heb je een beetje gelijk. Anton teert op oude glorie.

    Ach, er is veel te zien in Namibia, maar ga eens van de gebaande toeristische wegen af. De woestijn leeft, en dat zie je bij Chris Nel. Met een klein groepje de Namib en en dan sta je verbaasd hoeveel leven er in de Namib is.

    In de vijftiger jaren gingen ik vaak naar missieposten van Nederlandse paters in Ovamboland. Ondongwa, Oshikuku en nog wat van die missieposten. Een heerlijke tijd en ik leerde er Ovambo spreken. Veel Ovambo-vriendjes gehad in die tijd, als ik bij die missieposten in de vakantie was. De Ovambo-taal ben ik vrijwel kwijt. Later kwam ik er achter dat veel van die paters, Duitse en Nederlandse, contacten hadden met de SWAPO. Ook de Finse missiepost, protestant, hadden contacten met de SWAPO.

    In Windhoek is de St. Paulschool. gesticht door de Fraters van Tilburg. Ook hen kende ik goed. In die tijd was er een Nederlandse consul in Windhoek. Dat was meneer Oppel, een Duitser, die een bekend reisbureau had. Als je op reis ging, ging je naar Oppel. Op Koninginnedag was er een groot feest, waar de champanje rijkelijk vloeide.

    En elk jaar hadden we een Hollandse Kermis. Samen met Ome Kees Leyenaar waren wij de haringen-schoonmakers. Ome Arie Tuit uit Walvisbaai zorgde dat vanuit Scheveningen pekelharing aangevoerd werd. Drie dagen lang haring schoonmaken. Mijn vader stond aan de attractie “de Kop van Jut”. Als je de bel raakte, kreeg een een Hollandse Sigaar. En zo waren er meer van Hollandse kermisattracties. Met het Duitse Oktoberfest, was de Hollandse Kermis een jaarlijkse attractie in Windhoek.

    Ook werd Sinterklaas gevierd. Ome Jan van der Zalm was Sinterklaas en die had het zwaar in de zomerwarmte van Windhoek. Sinterklaas kreeg een optocht door de Kaiserstrasse en werd ontvangen door de Burgemeester van Windhoek.

    Er was uiteraard een bloeiende Nederlandse Vereniging. Dat was de “Goeie Ouwe Tijd”. Leuk om over te schrijven, maar die tijd komt nooit weerom. Maar het is misschien voor Nederlandse toeristen interessant om te weten dat als ze Nambia bezoeken, Nederlanders daar zeker hun sporen hebben liggen. Uiteraard zijn veel van de toenmalige emigranten overleden. Maar een deel van hun kinderen en kleinkinderen wonen er nog. Waaronder mijn zus.

  • Cristiene

    Printen wij gaan in augustus door Ovamboland rijden. Wat mogen we echt niet overslaan daar?

  • printen

    Ik zou het niet weten. Het is meer dan vijftig jaar geleden dat ik daar was en toen was Ovamboland zeker niet een toeristisch gebied. Er waren toen niet eens “normale” wegen, alleen wielsporen. Toen ik in 1967 naar Nederland vertrok, ben ik daarna nooit meer naar Ovamboland terug geweest. Er was voor mij geen reden om daar naartoe te gaan. Trouwens In Ovamboland woedde een “vuile” oorlog tussen 1970 en 1990.

    Ik kwam tussen 1967 en nu zes keer terug voor vakantie naar Namibia. Niet om de toeristische paden te belopen of te berijden, maar op familie en kennissenbezoek. Met name het centrum en het zuiden, maar vooral de Namib zelf had en heeft nog steeds mijn voorkeur. Etosha, Himba's, enz. enz. zijn leuk voor toeristen, maar hebben op mij geen aantrekkingskracht. Ik rij liever in de regio Keetmanshoop, de Visrivier en richting Oranjemund. Maar met name heb ik veel politieke kennis over Namibia. Ik werkte immers voor een Afrikaanse krant. Ik had ook veel kennissen van zowel de Nationale Partij als de Verenigte Suid-Wes Partij. Ik volgde zoveel mogelijk de ontwikkelingen van Zuid-West-Afrika. Via de Turnhalle conferentie, de oprichting van de DTA, de opkomst van Sam Nujoma en de latere ontwikkelingen. Maar laten we wel wezen, Namibia bestaat bij de gratie van Zuid-Afrika. 80% van alle goederen in Namibia komt uit Zuid-Afrika.

    Maar toeristen komen niet om de politieke ontwikkelingen van Nambia te volgen, maar om vakantie te houden. En terecht.

    Ovamboland is voor mij een herinnering die ik koester, maar die tijd is geweest en komt niet weerom.

    En nog een waarheid. Ondanks dat ik altijd met een been in Namibia zal blijven staan, zal ik er niet willen wonen. Dat besloot ik al in 1972 toen ik weer daar op vakantie ging. Ik woon nu als gepensioneerde in het Noorden van Thailand in een dorpje, vlakbij Chiang Mai, op 200km afstand van de driehoek Thailand-Burma-Laos en zal hier nooit meer weg willen.

    Maar op 28 juli a.s. vertrek ik weer naar Swakopmund voor het Gouden Huwelijksfeest van mij zus en zwager. Ik ga met een Nederlandse vriend die ook hier woon en getrouwd is met een Thaise. We gaan uiteraard naar Swakopmund, gaan met Chris Nel een dagje de Namib in, zal naar het Maanlandschap gaan, de Welwitchia's bewonderen, vissen bij mijl 40, naar Kaap Kruis, drie dagen Erindi en dan een week naar Kaapstad.

    En op 27 augustus ga ik weer naar “huis”, want dat is Hang Dong, het dorpje bij Chiang Mai.